oplopende

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·lo·pen·de
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

oplopende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van oplopend

Werkwoord

vervoeging van
oplopen

oplopende

  1. verbogen vorm van het onvoltooid deelwoord van oplopen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.