opklimmen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opklimmen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔpklɪmə(n)/
Woordafbreking
  • op·klim·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opklimmen
klom op
opgeklommen
klasse 3 volledig

Werkwoord

opklimmen

  1. ergatief een hoger punt trachten te bereiken
    • Hij was de heuvel opgeklommen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opklimmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.