opfrisser

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·fris·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van opfrissen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord opfrisser opfrissers
verkleinwoord opfrissertje opfrissertjes

Zelfstandig naamwoord

opfrisser m

  1. een middel om weer afgekoeld te raken na zware inspanning
    • De koele limonade was een heerlijke opfrisser na de lange wandeling. 
    • Matt Wilkinson, auteur van Simpele Seizoenssalades, behandelt de vier seizoenen met elk dertien recepten. Voor elke week van het jaar een recept dus. Hij sluit elk seizoenshoofdstuk af met een variatie op een fruitsalade. De fruit die erin gaat, is - uiteraard - seizoensgebonden. Deze salade, prima als toetje, dient als een leuke opfrisser in koude, barre tijden. [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord opfrisser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. NRC Sam de Voogt 4 maart 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.