opbergkast

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • opĀ·bergĀ·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opbergkast opbergkasten
verkleinwoord opbergkastje opbergkastjes

Zelfstandig naamwoord

opbergkast v/m

  1. een groot meubelstuk waarin men veel spullen kan stoppen die men niet vaak nodig heeft
    • In de garage hebben we een aantal opbergkasten waarin o.a. de kerstspullen zitten. 

Gangbaarheid

  • Het woord opbergkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.