opbaggeren

Nederlands

Uitspraak
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
opbaggerenopbaggerend
-opgebaggerd
Woordafbreking
  • op·bag·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opbaggeren
baggerde op
opgebaggerd
zwak -d volledig

Werkwoord

opbaggeren

  1. overgankelijk iets uit de modder op de bodem van een water naar boven halen
    • Er werd een stuk van een mammoetskelet opgebaggerd. 

Gangbaarheid

  • Het woord opbaggeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.