onvolprezen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·vol·pre·zen
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen onvolprezen
verbogen
partitief onvolprezens

Bijvoeglijk naamwoord

onvolprezen [1]

  1. (formeel) wat niet genoeg geprezen kan worden
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • onvolprezenheid

Gangbaarheid

  • Het woord onvolprezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.