onverschilligheid
Nederlands
Woordafbreking
- on·ver·schil·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van onverschillig met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onverschilligheid | onverschilligheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
onverschilligheid v
- het niet geven om iets
- De jongen was erg slim, maar door zijn onverschilligheid had hij nog steeds geen goede baan.
Gangbaarheid
- Het woord onverschilligheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.