ontvangst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·vangst
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘het ontvangen’ voor het eerst aangetroffen in 1648 [1]
- Naamwoord van handeling van ontvangen met het achtervoegsel -st
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontvangst | ontvangsten |
verkleinwoord | ontvangstje | ontvangstjes |
Zelfstandig naamwoord
ontvangst v
- verwelkoming, onthaal
- Bij onze ontvangst in het hotel kregen we allerlei hapjes.
- het ontvangen van iets
- De ontvangst van het geld verliep vlotjes.
Gangbaarheid
- Het woord ontvangst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontvangst' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.