ontslag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ontslag    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɔnt'slɑx/
Woordafbreking
  • ont·slag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ontslag ontslagen
verkleinwoord ontslagje ontslagjes

Zelfstandig naamwoord

ontslag o

  1. het verbreken van het dienstverband met een werknemer
    • Bij deze reorganisatie kregen een groot aantal werknemers hun ontslag. 
  1. Beëindiging van een ziekenhuisopname
    • Na ontslag uit het ziekenhuis moet de patiënt vaak nog thuis rust nemen. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ontslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.