ontploffens
Nederlands
Woordafbreking
- ont·plof·fens
Zelfstandig naamwoord
ontploffens
- genitief van ontploffen
- Tot ontploffens toe opgevuld met de diepste verontwaardiging, verzoek ik u de volgende regelen in uw tijdschrift op te nemen .[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'ontploffens' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Nederlandsche spectator: weekblad van den ouden heer Smits
Meulenhoff, 1868
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.