ongezouten
Nederlands
Woordafbreking
- on·ge·zou·ten
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ongezouten | ongezoutener | ongezoutenst |
verbogen | ongezoutenste | ||
partitief | ongezoutens | ongezouteners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ongezouten [2]
- zeer direct zonder zich te storen aan de regels van de etiquette
- Hij vertelde ongezouten zijn mening en dat werd hem niet in dank afgenomen.
Gangbaarheid
- Het woord ongezouten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ongezouten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.