ongewoon
Nederlands
Woordafbreking
- on·ge·woon
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ongewoon | ongewoner | ongewoonst |
verbogen | ongewone | ongewonere | ongewoonste |
partitief | ongewoons | ongewoners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ongewoon
- afwijkend van het normale
- De situatie nam een ongewone wending.
- De huisknecht van 'n aanstaande vrouwelijke professor vindt zelfs 't ongewoonste gewoon.[1]
- niet vaak voorkomend
- Usain Bolt leverde een ongewone prestatie op de Olympische Spelen in Peking.
Synoniemen
- [1] abnormaal
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ongewoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ongewoon' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- blz 124 Tooneel: Het wonderkind, De gescheiden tweeling, Levend speelgoed
Jan Feith
Uitgever S.L. van Looy, 1925
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.