ongemak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ge·mak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van gemak met het voorvoegsel on-
enkelvoud meervoud
naamwoord ongemak ongemakken
verkleinwoord ongemakje ongemakjes

Zelfstandig naamwoord

ongemak o

  1. de hinder
    • Wij verontschuldigen ons voor het ongemak dat dit veroorzaakt heeft. 
  1. een kwaal aan het lichaam
    • Hij heeft een paar ongemakken aan zijn lichaam. 

Gangbaarheid

  • Het woord ongemak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.