ongemak
Nederlands
Woordafbreking
- on·ge·mak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ongemak | ongemakken |
verkleinwoord | ongemakje | ongemakjes |
Zelfstandig naamwoord
ongemak o
- de hinder
- Wij verontschuldigen ons voor het ongemak dat dit veroorzaakt heeft.
- een kwaal aan het lichaam
- Hij heeft een paar ongemakken aan zijn lichaam.
Gangbaarheid
- Het woord ongemak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ongemak' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.