onderscheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·scheid

Werkwoord

vervoeging van
onderscheiden

onderscheid

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderscheiden
    • Ik onderscheid. 
  2. gebiedende wijs van onderscheiden
    • Onderscheid! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderscheiden
    • Onderscheid je? 

Zelfstandig naamwoord

onderscheid o

  1. differentiatie, verschil

Gangbaarheid

  • Het woord onderscheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.