onderhuids
Nederlands
Woordafbreking
- on·der·huids
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘onder de huid’ voor het eerst aangetroffen in 1805 [1]
- Samenstellende afleiding van onder en huid met het achtervoegsel -s [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onderhuids | onderhuidser | onderhuidst |
verbogen | onderhuidse | onderhuidsere | onderhuidste |
partitief | onderhuids | onderhuidsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onderhuids [3]
- onder de huid gelegen of plaatshebbend
- bedekt, niet openlijk, verborgen
Bijvoeglijk naamwoord
onderhuids
- partitief van de stellende trap van onderhuids
- Dat is iets onderhuids...
Gangbaarheid
- Het woord onderhuids staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onderhuids' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.