onbestaand
Nederlands
Woordafbreking
- on·be·staand
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van bestaand met het voorvoegsel on-, leenvertaling van Frans inexistant
stellend | |
---|---|
onverbogen | onbestaand |
verbogen | onbestaande |
partitief | onbestaands |
Bijvoeglijk naamwoord
onbestaand
- niet in werkelijkheid voorkomend, niet reëel
- De landschappen die hij uiteindelijk schilderde waren droombeelden, een onbestaand Arcadië. [1]
Gangbaarheid
- Het woord onbestaand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onbestaand' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Delpeut, P. Claude Lorrain, de wandelaar (6 oktober 2011) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-05-24
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.