onbesproken
Nederlands
Woordafbreking
- on·be·spro·ken
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbesproken | onbesprokener | onbesprokenst |
verbogen | onbesprokenste | ||
partitief | onbesprokens | onbesprokeners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onbesproken [1]
- dat ergens niet over kwaadgesproken kan worden, vooral in combinatie met gedrag en levenswandel
- De brave man heeft een onbesproken levenswandel gehad.
- Met zijn onbesproken gedrag is hij de ideale voorzitter voor onze club.
Synoniemen
- correct, keurig, onberispelijk, smetteloos, vlekkeloos, zuiver, onbedorven
Gangbaarheid
- Het woord onbesproken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onbesproken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.