onbeslist

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onbeslist    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔnbəˌslɪst/
Woordafbreking
  • on·be·slist
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onbeslistonbeslister(onbeslistst) *
verbogen onbeslisteonbeslistere(onbeslistste) *
partitief onbeslistsonbeslisters-

Bijvoeglijk naamwoord

onbeslist

  1. nog onzeker, in afwachting van een besluit
    • Het grote debat over de biografie - over de toelaatbaarheid en het nut van het gebruik van biografische gegevens bij de analyse van het werk en andersom - was nog onbeslist. [2]
  1. zonder winnaar of verliezer
    • Het werd een strijd met povere resultaten, met een slag op de Doggersbank in augustus 1781 met admiraal Zoutman, een slag die gevierd werd als overwinning, maar in werkelijkheid onbeslist was en veel materiële schade opleverde. [3]
    1. (sport) in gelijkspel, remise
      • De Brabantse derby tussen RKC en NAC eindigde na een leuk duel onbeslist, 2-2. [4]
  1. besluiteloos, aarzelend
    • Ze zaten hand in hand tegen mekaar, onbeslist, en praatten met tussenpozen. [5]
Opmerkingen
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest onbeslist(e)" worden gebruikt.[6][7]

Gangbaarheid

  • Het woord onbeslist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.