omlegging

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·leg·ging
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van omleggen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord omlegging omleggingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

omlegging v [1]

  1. verandering van de loop van een weg of route
    • Fietsende Vlamingen ergeren zich aan ontbrekende of erbarmelijke fietspaden. Of aan werkzaamheden die geen veilige omlegging bieden. [2] 
    • “Maar dan moet Borne wel met een goed verhaal in Brussel komen over de omlegging van het spoorlijn. Dit rapport is de basis voor een goed verhaal”, aldus Janssen. Hij daagt de gemeenteraad uit om zich zich over dit alternatief te buigen. [3] 
  1. (scheikunde) een organische reactie waarbij een koolstofketen van een molecule wordt herschikt tot een structuurisomeer van het oorspronkelijke molecuul
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord omlegging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard VRIJDAG 16 JUNI 2017
  3. Tubantia 13-03-2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.