omhelzing

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·hel·zing
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van omhelzen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord omhelzing omhelzingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

omhelzing v [1]

  1. de daad van het omhelzen
    • Eerst was er op het podium nog die laatste omhelzing met Lodewijk Asscher geweest – misschien wel het moeilijkste moment voor alle partijleden. Samsom die met gesloten ogen zijn kale, nu weerloze hoofd tegen Asschers rechterschouder drukt, Asscher die hem met één hand omklemt en met de geopende andere hand een verontschuldigend gebaar maakt: hier sta ik, ik kon niet anders. [2] 
  1. (figuurlijk) het ergens mee eens zijn, het iets voor waar aannemen, iets accepteren
    • De hippiecultuur, punk, new wave, gabbers, grunge, mods, motorbendes en vooral de hiphop; allemaal zijn ze de inspiratie geweest voor mode die niet per se bedoeld was voor mensen uit die groep. Omhelzing door de modewereld is het begin van de acceptatie door de mainstream waartegen veel subculturen zich juist afzetten. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord omhelzing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Frits Abrahams 11 december 2016
  3. NRC Milou van Rossum 17 november 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.