omarming

Nederlands

omarming
Uitspraak
Woordafbreking
  • om·ar·ming
Woordherkomst en -opbouw

afleiding van naamwoord van handeling omarmen met het achtervoegsel -ing

enkelvoud meervoud
naamwoord omarming omarmingen
verkleinwoord omarminkje omarminkjes

Zelfstandig naamwoord

omarming v [1]

  1. de daad van het omarmen
  2. het ergens mee eens zijn en het dan ook stimuleren
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord omarming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.