olympiër

Niet te verwarren met: Olympiër

Nederlands

De Arubaanse olympiërs bij Zomerspelen van 2016
Uitspraak
  • Geluid:  olympiër    (hulp, bestand)
  • IPA: /oˈlɪmpijər/
Woordafbreking
  • olym·pi·ër
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord olympiër olympiërs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

olympiër m

  1. (sport) sporter die heeft meegedaan aan de Olympische Spelen
    • Bij de Meerkampwedstrijd van AV De Spartaan in Lisse heeft de Enschedese Marleen Baas het nationaal record voor C-junioren van Olympiër Nadine Visser verbeterd. Baas kwam tot een totaal van 4775 punten, een verbetering van 70 punten van het oude record. [1] 
    • Ireen Wüst heeft een nieuwe sponsor en ploeg. De meest succesvolle Nederlandse olympiër ooit heeft samen met Esmee Visser een contract getekend bij de Enschedese investeringsmaatschappij Infestos. [2] 
    • Ook al heeft hij de zwemtocht niet voltooid. Op sociale media regent het complimenten en respectbetuigingen voor de "indrukwekkende en grootse prestatie" van de Olympiër. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord olympiër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Tubantia H. van Schuppen 8 juli 2018 Nationaal Record meerkamp voor Marleen Baas
  2. Tubantia J. van de Woestijne 31 juli 2018 Enschedese sponsor voor Ireen Wüst
  3. Tubantia K. van Santen, S. van Zwienen & M. van Ast 20 augustus 2018 Elfstedentocht Van der Weijden eindigt in ziekenhuis
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.