olm
Nederlands
Woordafbreking
- olm
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘iep’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1276 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | olm | olmen |
verkleinwoord | olmpje | olmpjes |
Zelfstandig naamwoord
olm m
- (plantkunde) boom uit de iepenfamilie
- De uil zat in de olmen, bij het vallen van de nacht en achter gindse heuvels, daar riep de koekoek zacht ...
Gangbaarheid
- Het woord olm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'olm' herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.