oefen in

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oefen in    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈufən ˈɪn/
Woordafbreking
  • oe·fen in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inoefenen

oefen (…) in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inoefenen
    • Ik oefen in. 
  2. gebiedende wijs van inoefenen
    • Oefen in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inoefenen
    • Oefen je in? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.