obsoleet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ob·so·leet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verouderd’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • uit het frans obsolète, uit het latijn obsoletus met het voorvoegsel ob- [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen obsoleetobsoleterobsoleetst
verbogen obsoleteobsoletereobsoleetste
partitief obsoleetsobsoleters-

Bijvoeglijk naamwoord

obsoleet

  1. verouderd, in onbruik geraakt
    • het is toch niet zo dat het woord obsoleet zelf ook obsoleet is? 
Afgeleide begrippen
  • obsoletie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord obsoleet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
52 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.