německy

Tsjechisch

Uitspraak

IPA: /ɲɛmɛtskɪ/

Woordafbreking

ně·mec·ky

Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord německý met het achtervoegsel -y

Bijwoord

německy

(demoniem) (op zijn) Duits; met betrekking tot het land Duitsland
(demoniem) (op zijn) Duits; met betrekking tot het volk de Duitsers
(taal) (in het) Duits; met betrekking tot de taal het Duits

«Mluvíte německy?»
Spreekt u Duits?

Verbuiging

stellend	německy
vergrotend	němečtěji
overtreffend	nejněmečtěji

Synoniemen

-
-
němčina v

Afgeleide begrippen

praněmecky (bw.)

Typische woordcombinaties

mluvit německy - Duits spreken / praten
učit se německy - Duits leren
umět německy - Duits kunnen

Verwante begrippen

Němec m bezield
Německo o
němectví o
Němka v
po německu

Verwijzingen

Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.