nopens

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nopens    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnopəns/
Woordafbreking
  • no·pens
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 1500 [1]
  • afgeleid van nopend met het achtervoegsel -s, waarbij de -d- in de uitspraak is verdwenen [2][3]

Voorzetsel

nopens

  1. (formeel) omtrent, aangaande, met betrekking tot, over
    • Een besluit nopens deze gewetenskwestie is niet eenvoudig te nemen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord nopens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
37 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.