nomadisch
Nederlands
![](../I/m/Nomadisch_leben._samirom_Iran_-_panoramio.jpg)
het nomadische leven in Iran
Woordafbreking
- no·ma·disch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | nomadisch | nomadischer | |
verbogen | nomadische | nomadischere | |
partitief | nomadisch | nomadischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
nomadisch [1]
- niet gebonden aan een vaste plek
- Met Centaur, dat schitterende beelden van het steppen- en berglandschap bevat, zet Aktan Arym Kubat het pastorale en nomadische verleden van Kirgizië tegenover het moderne heden.[2]
- Het moslimmeisje maakte deel uit van een nomadische stam. De politie heeft acht verdachten opgepakt. Onder hen zijn een voormalige regeringsmedewerker en vier politiemensen.[3]
Gangbaarheid
- Het woord nomadisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nomadisch' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Het Parool 21 MAART 2018 Nieuw in de bios: paarden, bergen en Maria Magdalena
- de Telegraaf 13 apr. 2018 Onrust in India na verkrachting kinderen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.