nobody
Nederlands
Woordafbreking
- no·bo·dy
Zelfstandig naamwoord
nobody m/v
- (pejoratief) iemand die onbelangrijk is
- Kom ik even terug op de verteller, een sujet dat in de literatuur vaak de neiging heeft zich als een nobody te gedragen, een voetveeg, enkel goed voor het doorgeven van de feiten. [3]
Gangbaarheid
- Het woord nobody staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nobody' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen. |
Engels
Uitspraak
- Geluid: nobody (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈnoʊbadi/
Onbepaald voornaamwoord
nobody
- «Nobody is saying that!»
- Er is toch niemand die dat zegt!
- «Nobody is saying that!»
enkelvoud | meervoud |
---|---|
nobody | nobodies |
Zelfstandig naamwoord
nobody
- iemand die volslagen onbekend is, die niet meetelt
- «He is a total nobody!»
- Hij is volslagen onbekend!
- «He is a total nobody!»
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.