nobody

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nobody    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnobɔdi/
Woordafbreking
  • no·bo·dy
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nobody nobody's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

nobody m/v

  1. (pejoratief) iemand die onbelangrijk is
    • Kom ik even terug op de verteller, een sujet dat in de literatuur vaak de neiging heeft zich als een nobody te gedragen, een voetveeg, enkel goed voor het doorgeven van de feiten. [3]

Gangbaarheid

  • Het woord nobody staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak

Onbepaald voornaamwoord

nobody

  1. niemand
  1. «Nobody is saying that!»
    Er is toch niemand die dat zegt!
enkelvoud meervoud
nobody nobodies

Zelfstandig naamwoord

nobody

  1. iemand die volslagen onbekend is, die niet meetelt
  1. «He is a total nobody
    Hij is volslagen onbekend!
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.