neuzelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  neuzelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnøzələ(n)/
Woordafbreking
  • neu·ze·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘door de neus praten’ voor het eerst aangetroffen in 1531 [1]
  • [2]: Afkomstig van neus.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
neuzelen
neuzelde
geneuzeld
zwak -d volledig

Werkwoord

neuzelen

  1. snuffelen
  2. onduidelijk nasaal praten
  3. over zinloze dingen praten
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord neuzelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.