neuzelen
Nederlands
Woordafbreking
- neu·ze·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘door de neus praten’ voor het eerst aangetroffen in 1531 [1]
- [2]: Afkomstig van neus.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
neuzelen |
neuzelde |
geneuzeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
neuzelen
- snuffelen
- onduidelijk nasaal praten
- over zinloze dingen praten
Synoniemen
- [1]: rondsnuffelen
- [2]: mompelen
- [3]: kletsen, ouwehoeren
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord neuzelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'neuzelen' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.