netten
Nederlands
Woordafbreking
- net·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
netten |
nette |
genet |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
netten
- (palindroom) in een net zien te vangen
- Na de vis te hebben genet, kwam ie met een brede grijns naar de kant gevaren.
Gangbaarheid
- Het woord netten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'netten' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.