neppen
Nederlands
Woordafbreking
- nep·pen
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| neppen |
nepte |
genept |
| zwak -t | volledig | |
Werkwoord
neppen
- (palindroom) overgankelijk bedriegen, oplichten
- Hij werd flink genept door die oplichter.
Gangbaarheid
- Het woord neppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'neppen' herkend door:
| 94 % | van de Nederlanders; |
| 42 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.