neonlicht
Nederlands
Woordafbreking
- ne·on·licht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van neon zn en licht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neonlicht | neonlichten |
verkleinwoord | neonlichtje | neonlichtjes |
Zelfstandig naamwoord
neonlicht o [1]
- licht afkomstig van een neonlamp
- Of ze nu schrijft over de hofhouding van Hendrik VIII of over de neonlichten in het nachtelijke Jeddah, Hilary Mantel weet met elke omgeving raad. In dit vroege werk weerklinkt al de stem van de grote schrijfster. Met haar zintuiglijke, enigszins barokke stijl roept ze het ene na het andere beeld op. In dit boek weerklinkt het dierlijke geluid van brullende motoren, zitten gesluierde vrouwen ‘als zoutpilaren’ in de passagierszetel van de auto. De ‘schroeilucht van geld’ hangt overal in de stad, schrijft Mantel, en daarmee raakt ze al de thematiek aan van macht en hebzucht die haar later nog meer is gaan fascineren. [2]
- de neonlamp
- Categorie hippe strandtent, dat is 3 Zussen op het eerste gezicht; champagne in de koelers, paars neonlicht langs de muur en coole jazz uit de speakers. Mooi! Ook het overwegend jonge terraspubliek (zonnebril op de neus, slippers aan de voeten) suggereert Bloemendaal of Noordwijk.[3]
Verwante begrippen
- reclameverlichting, tl-verlichting
Gangbaarheid
- Het woord neonlicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'neonlicht' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard VRIJDAG 19 MEI 2017
- Tubantia Marco Bosmans 10-01-2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.