neertellen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neer·tel·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
neertellen
telde neer
neergeteld
zwak -d volledig

Werkwoord

neertellen

  1. overgankelijk betalen
    • Na langlopende onderhandelingen telde de club vijf miljoen euro voor de spits neer. 
    • Hoeveel geld hij precies moest neertellen voor het kunstwerk zegt hij liever niet. 

Gangbaarheid

  • Het woord neertellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.