nederig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·de·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘ootmoedig’ voor het eerst aangetroffen in 1562 [1]
  • Afleiding van neder (laag, niet verheven) met het achtervoegsel -ig.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen nederignederigernederigst
verbogen nederigenederigerenederigste
partitief nederigsnederigers-

Bijvoeglijk naamwoord

nederig

  1. een onderdanige houding aannemend
    • Hij maakte een buiging als een nederige dienaar. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nederig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.