nalezen
Nederlands
Woordafbreking
- na·le·zen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na bw en lezen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nalezen |
las na |
nagelezen |
klasse 5 | volledig |
Werkwoord
nalezen
- overgankelijk iets ~ iets nogmaals lezen, gewoonlijk om te zien of men niet iets over het hoofd gezien heeft
- Voor de zekerheid heb ik het toch nog even nagelezen.
- overgankelijk iets ~ op iets doorlezen op zoek naar iets bijzonders
- Hij las het hele stuk na op spel- en stijlfouten maar hij kon niets ontdekken.
Gangbaarheid
- Het woord nalezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nalezen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.