najouwen
Nederlands
Woordafbreking
- na·jou·wen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na en jouwen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
najouwen |
jouwde na |
nagejouwd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
najouwen [1]
- overgankelijk om van zijn afkeuring en minachting blijk te geven iemand spottend en schimpend naroepen
Gangbaarheid
- Het woord najouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'najouwen' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.