nabijgelegen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·bij·ge·le·gen
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen nabijgelegen
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

nabijgelegen

  1. niet ver weg, dichtbij
    • Hij ging zwemmen in het nabijgelegen zwembad. 

Gangbaarheid

  • Het woord nabijgelegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.