morsdood

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mors·dood
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Nederduits, in de betekenis van ‘ineens dood’ voor het eerst aangetroffen in 1598 [1]
  • samenstelling van  mors   en  dood   [2]
stellend
onverbogen morsdood
verbogen morsdode
partitief morsdoods

Bijvoeglijk naamwoord

morsdood [3]

  1. (intensief) ineens of helemaal dood, ook in figuurlijke zin
    • Het communisme is, zeker in Nederland, als politieke beweging morsdood.  
    • `Zonder hen was je allang dood geweest. In de goot had je gelegen.'. ` Morsdood', hoorde ik mijn vader roepen. [4] 
Synoniemen
  • kikdood, pierdood
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord morsdood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.