moppen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  moppen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'mɔpə(n)/
Woordafbreking
  • mop·pen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
moppen
/'mɔpə(n)/
mopte
/mɔptə/
gemopt
/ɣəmɔpt/
zwak -t volledig

Werkwoord

moppen

  1. overgankelijk dweilen met een zwabber
    • Hij mopt de vloer elke dag. 

Zelfstandig naamwoord

moppen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mop

Gangbaarheid

  • Het woord moppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Duits

Werkwoord

moppen

  1. zwabberen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.