molmig

Nederlands
Uitspraak
  • Geluid:  molmig    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈmɔlməx /
Woordafbreking
  • mol·mig
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  molm zn  met het achtervoegsel -ig [1]
stellend
onverbogen molmig
verbogen molmige
partitief molmigs

Bijvoeglijk naamwoord

molmig

  1. door houtrot aangetast, bestaand uit vergaan hout
    • Ze nam zijn hand en trok hem mee, de molen in. De teer was op sommige plaatsen in de naden gesmolten; een scherpe lucht van oud hout en pek en molmig stof danste grijsgoudig in de gedrongen ruimte. [2]

Gangbaarheid
  • Het woord 'molmig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Vries, T.de Het rad der fortuin. Met illustraties van Charles Roelofsz. 6e druk (1948) Van Loghum Slaterus, Arnhem; p. 374; geraadpleegd 2018-02-23
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.