molm

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • molm
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘stof van vergaan hout e.d.’ voor het eerst aangetroffen in 1401 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord molm -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

molm m en o

  1. vergaan materiaal
  2. (aquariumhouderij) zich ophopend afval op de bodem van de bak
    • Je kunt molm met een hevel opzuigen. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
molmen

molm

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van molmen
    • Ik molm. 
  2. gebiedende wijs van molmen
    • Molm! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van molmen
    • Molm je? 

Gangbaarheid

  • Het woord molm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
45 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.