modificeren
Nederlands
Woordafbreking
- mo·di·fi·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘wijzigen’ voor het eerst aangetroffen in 1601 [1]
- afgeleid van het Latijnse modificare of van het Franse modifier (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
modificeren |
modificeerde |
gemodificeerd |
zwak -d | volledig |
Gangbaarheid
- Het woord modificeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'modificeren' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.