missaal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·saal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘misboek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1392 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord missaal missalen
verkleinwoord missaaltje missaaltjes

Zelfstandig naamwoord

missaal o

  1. (religie) boekje met de inhoud van de liturgie, waarin men de voortgang van de mis kan volgen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord missaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
44 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.