minnaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • min·naar
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van minnen met het achtervoegsel -aar en volgens regel 2.B[1].
enkelvoud meervoud
naamwoord minnaar minnaars
minnaren
verkleinwoord minnaartje minnaartjes

Zelfstandig naamwoord

minnaar m

  1. degene die iets of iemand liefheeft
  2. een persoon waarmee men een liefdesrelatie onderhoudt, in het bijzonder een buitenechtelijke liefdesrelatie
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord minnaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Taalunieversum » leidraad » verdubbeling van medeklinkers
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.