minitop
Nederlands
Woordafbreking
- mi·ni·top
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | minitop | minitoppen |
verkleinwoord | minitopje | minitopjes |
Zelfstandig naamwoord
minitop m
- een topconferentie met minder dan het normale aantal leden
- De middenvariant, het kopgroepen-Europa, is de optie die vooralsnog het meeste enthousiasme losmaakt. De Duitse bondskanselier Merkel en de Franse president Hollande schaarden zich er achter en brachten het concept twee weken geleden in de praktijk door een minitop te houden met twee andere grote EU-landen: Spanje en Italië. Een kopgroep in de dop? [1]
Gangbaarheid
- Het woord minitop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'minitop' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Stéphane Alonso 24 maart 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.