ministerie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·nis·te·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘departement van bestuur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1767 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ministerie ministeries
verkleinwoord ministerietje ministerietjes

Zelfstandig naamwoord

ministerie o

  1. een afdeling van een overheid waar het beleid van de regering wordt uitgevoerd
    • Het ministerie van financiën is verantwoordelijk voor de inkomsten en uitgaven van het land. 
Afgeleide begrippen
  • ministeriegebouw
Uitdrukkingen en gezegden
  • Openbaar Ministerie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ministerie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.