minimalist

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·ni·ma·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord minimalist minimalisten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

minimalist m [1]

  1. beoefenaar van het minimalisme
  2. iemand die niet meer doet dan het allernoodzakelijkste, die de kantjes eraf loopt
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord minimalist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.