minibar
Nederlands
![](../I/m/Minibar.jpg)
minibar
Woordafbreking
- mi·ni·bar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | minibar | minibars |
verkleinwoord | minibarretje | minibarretjes |
Zelfstandig naamwoord
minibar v/m
- kleine koelkast op een hotelkamer met dranken en snack die een hotelgast tegen betaling kan gebruiken
- De goedgevulde minibar was zeer uitnodigend, maar de prijslijst die erbij lag deed ons besluiten toch maar niets te gebruiken
- De indrukwekkende, hoge ruimte is ingericht met hotelmeubilair dat toch onderdak moest vinden tijdens de verbouwing. We krijgen een ‘kamernummer’, zitten naast de minibar, de hotellamp staat achter ons en de menukaart komt in een exemplaar van het Nieuwe Testament op tafel. Grappig, deze knipogen naar het hotel. Culinair is de hand van de meester goed te herkennen: de vlees- en visgerechten staan als ‘sidedishes’ op de menukaart – het draait hier om groenten. [1]
Gangbaarheid
- Het woord minibar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'minibar' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Petra Possel 12 februari 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.