miniatuur
Nederlands
Woordafbreking
- mi·ni·a·tuur
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kleine geschilderde illustratie’ voor het eerst aangetroffen in 1612 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | miniatuur | miniaturen |
verkleinwoord | miniatuurtje | miniatuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
miniatuur v
- Een model, een hanteerbare weergave. In het geval van een miniatuur: een verkleinde weergave.
Gangbaarheid
- Het woord miniatuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'miniatuur' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.